23 | Breuken met ongelijke noemers optellen

Les 23 van een volledige cursus over het rekenen met breuken. Breuken met ongelijke noemers optellen.
De les bevat naast uitleg ook materiaal voor het oefenen en toetsen.
Deze les is met name geschikt voor groep 5 van de basisschool maar natuurlijk ook voor leerlingen van pabo, havo, vwo, vmbo enz.

Breuken met ongelijke noemers optellen

Korte samenvatting van de uitleg in de video.

Als je twee breuken met ongelijke noemers bij elkaar wilt optellen, moet je eerst de noemers gelijk maken.
Het gelijkmaken van de noemers is soms een beetje lastig. Kijk eerst of de grootste van de twee noemers de nieuwe noemer kan worden. Dit kan als deze dit getal deelbaar door de kleinste noemer. Als dit niet lukt, probeer je 2 x de grootste noemer, enz.

Oefenen met het optellen van twee breuken met ongelijke noemers.

Je ziet steeds twee breuken die bij elkaar opgeteld moeten worden.
Eerst moet je de noemers gelijk maken.
Als de noemers gelijk zijn, mag je de tellers gewoon bij elkaar optellen.
Daarna nog kijken of je het antwoord kunt vereenvoudigen.

Er wordt een nieuw window geopend voor deze oefening.

Oefening of toets bij ‘Breuken met ongelijke noemers optellen’

Hier kun je een oefenen met sommetjes die horen bij de uitleg.
Het is belangrijk om bij een breuk meteen te zien of hij eenvoudiger kan worden opgeschreven. Het is daarom goed om even te kijken of je de sommetjes van dit oefenvel snel en goed kunt maken voordat je door gaat naar de volgende les.

[kml_flashembed publishmethod=”static” fversion=”10.0.0″ movie=”http://www.rekenenmetbreuken.nl/wp-content/uploads/2012/12/FracAddition80_pr1.swf” width=”400″ height=”300″ targetclass=”flashmovie” play=”true” allowfullscreen=”true” allowscriptaccess=”sameDomain”]

Get Adobe Flash player

[/kml_flashembed]