Les 10 van een volledige cursus over het rekenen met breuken. Soms wil je de noemer van een breuk groter maken zonder dat de waarde van die breuk verandert.
De les bevat naast uitleg ook materiaal voor het oefenen en toetsen.
Deze les is met name geschikt voor de basisschool maar natuurlijk ook voor leerlingen van pabo, havo, vwo, vmbo enz.
De noemer van een breuk groter maken
Hieronder een korte samenvatting van de uitleg van de theorie in de video.
Soms wil je bij een breuk de noemer groter maken zonder dat de waarde van die breuk verandert. Later hebben we dit nodig als we gaan optellen of aftrekken met breuken. De waarde van een breuk verandert niet als je de teller en de noemer met eenzelfde getal vermenigvuldigt. Je mag bijvoorbeeld de teller en de noemer van de breuk 1/4 allebei vermenigvuldigen met drie. De breuk wordt dan 3/12. De waarde van de breuk is niet veranderd. 3/12 deel van een pannenkoek is evenveel als 1/4 deel van een pannekoek.
Oefenen met het groter maken van de noemer van een breuk.
Je ziet steeds een breuk die dezelfde waarde moet hebben als een tweede breuk met een grotere noemer.
Gevraagd wordt hoe groot de nieuwe teller dan moet worden.
Er wordt een nieuw window geopend voor deze oefening.
Oefening of toets bij ‘De noemer groter maken’
Het is belangrijk om een breuk anders te leren opschrijven. Dit heb je straks nodig bij het optellen en aftrekken van breuken.
Het is daarom goed om even te kijken of je de sommetjes van dit oefenvel snel en goed kunt maken voordat je door gaat naar de volgende les.
[kml_flashembed publishmethod=”static” fversion=”10.0.0″ movie=”http://www.rekenenmetbreuken.nl/wp-content/uploads/2012/12/FracIntroduction100_pr1.swf” width=”400″ height=”300″ targetclass=”flashmovie” play=”true” allowfullscreen=”true” allowscriptaccess=”sameDomain”]
[/kml_flashembed]